Leeghwaterweg
Het Amerikaanse vliegtuig Betty Jane wordt maandag 11 september 1944 bij Hannover aangeschoten. Boven de Zaanstreek springt de bemanning uit het toestel. Daar worden ze opgevangen door de bevolking en verzetsmensen die de negen bemanningsleden in veiligheid brengen. De Duitsers hebben de parachutes gezien en eisen dat de mannen worden uitgeleverd. Als dit niet snel genoeg gebeurt fusilleren ze drie leden van het verzet, J.P. de Barbanson, H.A. Groenendijk en P. Hartog en drogist G. Verdonk die een parachute van de Betty Jane heeft verborgen. Ook dreigt Höhere SS- und Polizeiführer, Hanns Albin Rauter, willekeurig honderdvijftig mensen in de Zaanstreek dood te schieten als de Amerikanen niet snel worden uitgeleverd. Het verzet en de bemanningsleden besluiten drie Amerikanen aan de Duitsers uit te leveren. De hele bemanning overleeft de oorlog.
Het monument staat aan de Leeghwaterweg, ter hoogte van De Kraai, het pannenkoekenrestaurant aan de Zaanse Schans.
In gesprek met getuigen
Piet de Goede (1920)
"Je hoopte dat ze over je heen gingen. Dat vliegen begon ‘s ochtends om acht uur en ’s middags kwamen ze terug. ‘s Avonds begon het weer. Er is wat bij komen kijken om die moffen op de knieën te krijgen… Je moet af en toe geluk hebben. Als ik aan Verdonk denk… ze hadden ons net zo goed kunnen inrekenen. Ze wisten donders goed dat we wel meer wisten. "
Ko Konijn (1942)
"Op een gegeven moment hoorden we de schoten. Toen wisten wij genoeg. En laten we zeggen, kort daarna… Ik kan geen halve minuut zeggen, ik kan geen minuut zeggen… Maar, kort daarna hoorden we nog een keer één schot. Dat was een genadeschot. En toen hoorde je achteraf, die had nog bewogen. Toen zeiden bewoners van Zaandijk: ‘Had hij dat maar niet gedaan, dan had hij het misschien nog overleefd’."