Verblifa
Op 29 april 1943 roept de bezetter 300.000 Nederlandse oud-militairen, die gevochten hadden in mei 1940, op om zich te melden voor de arbeidsinzet in Duitsland. Dat wil niemand, en spontaan breken er overal in Nederland stakingen uit. Ook in Krommenie bij de blikfabriek Verblifa. De Duitsers reageren woedend: ze schieten vier stakers van de fabriek dood terwijl er tien mannen worden weggevoerd. Van hen zijn er vier na de oorlog levend teruggekomen. Door de staking beseffen de Duitsers dat de Nederlanders beslist tegen hen zijn. Vanaf dat moment verhardt de oorlog aan beide kanten.
Het monument staat aan de Zuiderhoofdstraat, naast huisnummer 141.
In gesprek met getuigen
Cees Boschman (1939)
"Donderdag 29 april kwam het in de legale kranten te staan: ‘Nederlandse militairen worden opgeroepen om naar Duitsland te vertrekken.’ Toen moesten er opeens 300.000 mensen komen opdraven en dat werd te gek. In de blikfabriek werd gestaakt. Ik heb grote bewondering voor de mensen die dat deden terwijl ze wisten dat als het fout liep, dan wachtte de kogel. Maar daar kunnen we ons nou niet meer in verplaatsen. "
Wim Evertse (1924)
"Wij kwamen van die kant binnen. Vroeger. Hier was de prikklok. Eitjes heette de chef. M’n zwager stond in deze hoek te knippen. Dat die mare kwam gingen we d’r uit. Toen gingen we staken. Je gaat met de massa mee. Tot die razzia in het dorp. Toen was het vluchten natuurlijk. M’n zwager ook. Hij is opgepakt. Ik heb hem nooit meer gesproken. Ik heb hem nooit meer gezien."
Greetje Henneman (1931)
"Hij had nooit wat misdaan. Had al z’n vingers, al z’n toppen nog na al die jaren. En ja waarom? Ik heb geen idee. Hij was geen leider. Dat lag helemaal niet in zijn leven eigenlijk. Ik was buiten, gewoon spelen, op de Heiligeweg. Van de Militaireweg kwam zo’n grote overvalwagen. Twee achterin met een geweer, Duitsers. En mijn oom. Die riep Greetje! Greetje! En zwaaien. Ik heb ook gezwaaid."